Ze vertegenwoordigen de voornaamste bewijzen van middeleeuwse en moderne kunst in Pistoia: de Toren van Catilina en het Medici-fort van Santa Barbara.

Ongeveer 30 meter hoog, bevindt de Toren van Catilina zich achter het piazza del Duomo. Geheel van steen, draagt de structuur de naam van de politicus Lucio Sergio Catilina, de geschiedenis ingegaan omdat hij samenzweerde tegen de Republiek en de Romeinse Senaat. Nadat hij de Eeuwige Stad ontvluchtte, vond Catilina in 62 vòòr Chr. de dood in de omgeving van Pistoia. Volgens de legende keek hij vanaf de toren toe (ooit was de toren hoger dan tegenwoordig en stak het boven de huizen uit in dit deel van Toscane) waar zijn lichaam werd begraven. Aan het einde van de twintigste eeuw gerestaureerd, is de Toren van Catilina een optimaal uitkijkpunt, vooral de top dat een uitkijkterras is.

Aan de zuid-oostkant van het centrum van Pistoia, in het dorpje Santa Maria nuova, bevindt zich daarentegen het Medici Fort van Santa Barbara. Gebouwd in de zestiende eeuw, onder zijn makers ook Bernardo Buontalento, de architect van de verbindingsweg met de veertiende-eeuwse stadsmuur. Het fort, dat ontwapend werd door Pietro Leopoldo in 1734, heeft slechts gedurende de hele geschiedenis met één belegering te maken gehad. Dat is niet zo verwonderlijk. Dat wat ooit het Fort van San Barnaba genoemd werd, hoefde de pistoiesen niet te verdedigen tegen aanvallen, maar diende om te onthouden wat de dominante stad was: Florence. Tegenwoordig is het te bezoeken in de kelder, tevens met een toeristische rondleiding.